De actievoerende vluchtelingen werden door burgervader Van der Laan verdreven van de Notweg in Osdorp. De Protestantse Diaconie Amsterdam en vluchtelingenorganisaties zetten alles op alles om hun nood te lenigen.

Een kille, kale betonkolos in hartje Bos en Lommer. Dat is de tot voor kort leegstaande Sint Jozefkerk die de groep van negentig uitgeprocedeerde Afrikaanse asielzoekers uitkoos als verblijfplaats. Vanaf deze plek willen ze verdere acties voeren om hun zaak blijvend onder de aandacht van de politiek te houden. Geschikter ook dan het tentenkamp waar ze drie maanden verbleven.

Buurtbewoners slepen huisraad, matrassen en houdbaar voedsel naar binnen. Ik kom ook langs om mijn oude matrassen te brengen. Een vrouw met rode dreadlocks is druk bezig met de coördinatie; waar moeten alle spullen heen? Wanneer ik vertrek, trekt ze zich naar me toe en omhelst me met de woorden: ,,Zonder knuffel ga je niet weg jongen.”

Op de dag dat ik gecharterd ben om roti en Turks eten van lokale restaurants naar de kerk te brengen, klinkt er uit een muziekinstallatie –  stond er twee dagen geleden nog niet  –  moderne rapmuziek, en zie ik vrolijke gezichten. De kerk ziet er inmiddels wat aangekleder uit. Bij de ingang staat een deurwacht die er op toeziet dat er niet meer vluchtelingen binnenkomen. Opvallend veel jonge vrijwilligers van 25 tot 35 jaar lopen rond. Een cordon van vluchtelingenorganisaties, kerken en sympathisanten heeft zich om de vluchtelingen heen verzameld, inclusief communicatieafdeling. Daarnaast zijn via social media en communities als boloboost, hét platform voor Bos en Lommer, mensen opgetrommeld die willen helpen het huis van God om te bouwen tot vluchtkerk.

Wanneer ik er zaterdagmiddag weer ben, zijn timmerlui slaapvertrekken aan het bouwen, op zo’n manier dat het monumentale karakter van de kerk niet aangetast wordt. Er is grif geld gedoneerd, half december al 20.000 euro. Daar worden noodzakelijke voorzieningen van betaald. En de elektriciteitsrekening. Er is meer dan duizend vierkante meter tapijt geschonken. Op het altaar staan nu nog veldbedden maar hier wordt straks een keuken geïmproviseerd.

Woordvoerder namens de groep, Karel Smouter van de Protestantse Diaconie Amsterdam: ,,Vrijdagavond 30 november dachten we: we moeten nu opvang voor deze mensen hebben. Amsterdammers zijn elkaar gaan bellen. Zo bleek dat de Vondelbunker nog steeds leeg stond zodat daar een deel van de vluchtelingen heen kon. Het resterende deel werd hiernaast, bij een christelijke woongroep, ondergebracht. Een dag later kraakte de studenten kraakbeweging deze kerk. De eigenaar gaf zijn zegen: ze mogen er tot maart blijven.”

Bayissa

Bayissa behoort tot de christelijke Oromo stam uit Ethiopië. Hij vertelt over de maanden in het tentenkamp. ,,We hadden stress, het was koud. We improviseerden maar wat. Gelukkig kregen we hulp in de vorm van voedsel, dekens en kleding. Ons doel is aandacht krijgen. Wij, statelozen, willen bescherming van de overheid. Beschouw ons alsjeblieft als mensen. We willen niet buiten de samenleving staan en zijn zeer gemotiveerd om te werken.”

Intussen is buurtbewoner Arie Boomsma gearriveerd, sympathisant van het eerste uur. ,,Even kijken wat het verschil is met Osdorp, “ zegt hij met zijn karakteristieke oor tot oor glimlach. ,,Wat ik kan doen is de aandacht vestigen op individuele gevallen. Ze kunnen niet terug omdat de landen van herkomst niet meewerken. Ze kunnen niet naar school, niets kunnen ze. En omdat ze nu in Bos en Lommer zitten – mijn buurtje – wil ik wat doen.” De daad bij het woord voegend, sjort Boomsma samen met enkele vluchtelingen zware kookapparatuur over een helling naar het altaar. Eenmaal daar, klinkt er applaus.

Tulu

Tulu, ook Oromo, maakt een uitgebluste indruk Zijn hoop lijkt vervlogen maar hij vertrouwt op de Nederlandse regering. ,, In Osdorp sliepen we in tentjes op het gras en hadden we geen matrassen. Die kregen we pas later. Er waren geen toiletten, geen douches. We groeven gaten in de grond om onze behoefte te doen. Het was te koud om te slapen.” Tulu is blij met de hulp van de kerkgemeente. ,,In een week tijd hebben we veel zien gebeuren. De kerk is tijdelijk van ons. We hopen op een oplossing van de overheid. Ik wil graag in Nederland blijven.”

Het is stervenskoud in de kerk, maar volgens Smouter wordt daar aan gewerkt. ,,Voor verwarming in de slaapkamers wordt gezorgd. De sacristie was al in gebruik als slaapruimte voor de vrouwen;  daar lopen verwarmingsbuizen langs de bedden. Zij hebben het ‘s nachts warm.”

Als ik zondagavond kom om een pan pompoensoep te brengen, staat een buurvrouw te koken op een tweepits gastoestel. Ze heeft enorme pannen geregeld via een bevriend cateringbedrijf. In de ‘keuken’ heeft iemand van het overgebleven hout een stellingkast getimmerd.

Aan de voorkant van de kerk hangt een spandoek met de tekst: ‘Geen mens is illegaal’. Of  de vluchtelingen in Nederland mogen blijven of niet, voor even zijn ze onderdak. Regeringspartij VVD laat zich negatief uit over hun kansen op een verblijfsvergunning. Deze partij vindt dat ze beter kunnen meewerken aan hun uitzetting. Maar zoals wel vaker in de geschiedenis van Amsterdam, blijkt de stad eens te meer een veilige haven voor mensen in nood.

16 december houdt de Vluchtkerk open huis en is iedereen uit de buurt uitgenodigd om een kijkje te komen nemen. En als u dan toch langs gaat, wellicht een idee om dan iets voor onze nieuwe bewoners mee te nemen. Meer informatie vind je op de website van de Vluchtkerk Klik hier voor enkele foto’s die dit weekend gemaakt zijn door Sodis Vita.